Herziening luchtruim

Schoner en stiller vliegen door nieuwe indeling van het luchtruim

 

Het luchtruim boven Nederland is de laatste tientallen jaren steeds drukker geworden. We pakken vaker het vliegtuig voor vakantie of werk. Een nieuwe indeling van het luchtruim is nodig om vliegroutes korter en duurzamer te maken. Dat zorgt voor minder uitstoot van schadelijke stoffen en voor minder geluidsoverlast voor mensen die in de buurt van luchthavens en vliegroutes wonen. Daarnaast heeft de Koninklijke Luchtmacht behoefte aan een groter oefengebied voor de nieuwe jachtvliegtuigen.

Vijf partners werken in het programma Luchtruimherziening samen om het luchtruim klaar te maken voor de toekomst:

  • Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
  • Ministerie van Defensie
  • Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)
  • Koninklijke Luchtmacht
  • Eurocontrol/Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC)

Animatie over het programma Luchtruimherziening 


Direct naar...

Opgave

 

De Rijksoverheid en de organisaties voor luchtverkeersleiding maken samen een nieuwe indeling van het luchtruim waarin zij vastleggen wie wanneer en waar vliegt. De luchtruimherziening kent de volgende drie samenhangende en gelijkwaardige doelen:

  1. Het eerste doel gaat over een efficiënter gebruik en beheer van het luchtruim voor alle luchtruimgebruikers.
  2. Het tweede doel zorgt voor de verduurzaming van het luchtruim zodat de impact van vliegen op de omgeving wordt verminderd. Daarbij gaat het vooral om geluidhinder en emissies van CO₂, (ultra)fijnstof en stikstof.
  3. Het derde doel richt zich op de verruiming van de civiele capaciteit en militaire missie effectiviteit, onder andere vanwege de F-35. De vervanging van de F-16 door de F-35 is een besluit uit 2013. Deze vervanging is een vaststaand gegeven voor de luchtruimherziening. Verruiming van militaire missie effectiviteit is nodig om te kunnen voldoen aan de grondwettelijke taken van Defensie. De verruiming van de civiele capaciteit is nodig om een duurzamere afhandeling van het luchtverkeer te bereiken. Bij onvoldoende capaciteit moet het vliegverkeer omvliegen en treden vertragingen op.

Meedoen

 

Het programma kan alleen succesvol zijn als het wordt uitgevoerd met betrokkenheid van de omgeving. Dat betekent enerzijds een goed begrip van de behoeften/belangen en mogelijke oplossingen die de omgeving aandraagt. Anderzijds het goed op de hoogte houden van de omgeving van de actuele ontwikkelingen.

Het programma kent een participatieaanpak die gericht is op:

Bestuurlijke participatie

Periodiek bestuurlijk en ambtelijk overleg met de provincies.

Gebruikersparticipatie

Periodieke overleggen met civiele en militaire luchtruimgebruikers zoals luchtvaartmaatschappijen, algemene luchtvaart, drones en militaire gebruikers.

Maatschappelijke participatie

In diverse provincies is een kerngroep Luchtvaart opgericht. De kerngroepen signaleren onder meer of de regio voldoende betrokken is bij een aantal luchtvaartprojecten, waaronder Luchtruimherziening. Daarnaast vinden er periodieke overleggen plaats met de regionale overlegorganen van verschillende civiele en militaire luchthavens.

Beslissen en besluiten

 

Het programma Luchtruimherziening is ingedeeld in verschillende fasen. Iedere fase wordt afgesloten met een beslissing door de twee verantwoordelijke bewindspersonen (de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Defensie).

 

1. Onderzoek (afgerond)

In de onderzoeksfase zijn verschillende participatieactiviteiten uitgevoerd. Er hebben onder andere regionale en landelijke themabijeenkomsten plaatsgevonden. Daarnaast is IenW via internetconsultatie en focusgroepen in gesprek gegaan met stakeholders over de toekomst van luchtvaart en de wijze waarop stakeholders betrokken willen worden. Deze fase is afgerond met de Startbeslissing Luchtruimherziening van 18 april 2019.

2. Verkenning (afgerond)

In deze verkenningsfase worden de oplossingsrichtingen (alternatieven) verkend en teruggebracht tot één Voorkeursalternatief. De verschillende stakeholdergroepen (bestuurlijk, maatschappelijk en gebruikers) zijn hierbij betrokken. In deze periode wordt ook duidelijk welke deelprojecten nodig zijn voor de doorontwikkeling van het luchtruim na 2023. Deze fase wordt afgerond met een definitieve Voorkeursbeslissing.

De Voorkeursbeslissing wordt onderbouwd met een plan-MER (milieueffectrapportage). Op de ontwerp-Voorkeursbeslissing en de plan-MER zijn zienswijzen ingediend (begin 2021). Na verwerking van de zienswijzen is een Reactienota opgesteld. Het Kabinet heeft de Voorkeursbeslissing in oktober 2022 definitief vastgesteld.

3. Ontwerp en realisatie

Met het vaststellen van de Voorkeursbeslissing wordt de stap gezet naar de volgende fase in de herziening van het Nederlandse luchtruim, de ontwerp- en realisatiefase. In de ontwerp- en realisatiefase wordt de luchtruimherziening uitgewerkt en uitgevoerd in deelprojecten of clusters van samenhangende deelprojecten. Over deze deelprojecten worden aparte besluiten genomen.

Gezien de grote verschillen tussen de deelprojecten zullen de participatie, besluitvorming en het type besluit per deelproject variëren. In de Integrale Programmabeslissing (IPB) zal nader worden beschreven welke participatie en besluitvorming bij welk deelproject wordt gevolgd. De IPB wordt in 2023 gepubliceerd.

 

Resultaten

 

  • 2023: Nationale eerste stap in de luchtruimherziening: tijdens de jaarlijkse militaire oefening genaamd ‘Frysian Flag’ wordt het noordelijke militaire oefengebied tijdelijk uitgebreid (gedurende één werkweek).   Aan de basis van deze tijdelijke uitbreiding staat het flexibel gebruik van het luchtruim (FUA).
  • 2023: Uitvoering van een haalbaarheidsstudie naar een grensoverschrijdend militair oefengebied in het noorden met Duitsland.
  • 2025/2026: Binnen de huidige indeling van het luchtruim worden korte vaste naderingsroutes voor Schiphol geïntroduceerd, gecombineerd met continu dalen waarop met minder motorvermogen gevlogen wordt.
  • Tussen 2026 en 2030: De nieuwe indeling van het Nederlandse luchtruim wordt stap voor stap ingevoerd:
    • Het militaire oefengebied boven het noorden van Nederland wordt uitgebreid. Daardoor kunnen jachtvliegtuigen beter oefenen. Door deze uitbreiding verdwijnt het militair oefengebied boven het zuiden van Nederland.
    • Door het opheffen van het militair oefengebied boven het zuiden van Nederland worden kortere routes naar onze luchthavens mogelijk. Dat zorgt voor kortere vliegtijden en minder uitstoot van schadelijke stoffen in de lucht, zoals CO2 en stikstof.
    • De aanvliegroutes voor Schiphol veranderen. Dit geeft vliegtuigen de ruimte om later te dalen, waarbij piloten minder gas hoeven te geven en minder hoeven te remmen. Dit betekent minder geluid en uitstoot van schadelijke stoffen boven woon- en natuurgebieden rond Schiphol.
  • Als onderdeel van de ontwerp- en realisatiefase wordt gezocht naar een routeontwerp waarin er zoveel mogelijk ongehinderd geklommen en gedaald wordt op de aansluitroutes van en naar Lelystad Airport.
  • 2023-2035: De stapsgewijze invoering van een nieuw operationeel concept voor de luchtvaart. Het nieuwe operationeel concept bestaat uit de toepassing van in Europees verband afgesproken nieuwe technologieën. De invoering van het operationeel concept zorgt in het hele luchtruim voor afname van CO₂-uitstoot.

Belangrijke technische concepten van de nieuwe indeling van het luchtruim zijn continu dalen, vaste naderingsroutes en vaste vertrekroutes. Deze animaties leggen dat uit:

Animatie Later dalen

 

Animatie Vaste vertrekroutes

 

Animatie Vaste naderingsroutes

 

Lees in deze factsheets meer over de luchtruimherziening.

Documenten

Ga naar de overzichtspagina van documenten over de herziening van het luchtruim.

Cookie-instellingen